Met een brede lach en een hoofd vol verhalen zit Joke bij haar Haagse Hopjes in wijkpark Transvaal. Zoals ze zelf zegt: ‘haar kindje’.
Joke werd geboren op de ene hoek van het plein. Het park was er toen nog niet. Later ben ik met mijn man verhuisd naar de andere hoek vertelt Joke terwijl ze wijst naar een plek achter de kinderboerderij. Inmiddels kijkt ze vanuit haar huis op de andere hoek uit over het wijkpark. En is haar huis ook kantoor voor Haagse Hopjes.
Ruim dertig jaar geleden raakte Joke geïnspireerd door een project in Rotterdam: Duimdrop. Ze dacht maar één ding: dit moet ook in Den Haag komen.
Met een knipoog naar de stad én naar het bekende Haagse snoepje noemde ze haar initiatief ‘Haagse Hopjes’. Een ontmoetingsplek voor kinderen en ouders, waar iedereen welkom is.
Op Koningsdag verandert het park elk jaar in een bruisend feest met luchtkussens, sportactiviteiten en honderden bezoekers. Maar ook op gewone dagen leeft het park. ‘We hebben een groep trouwe vrijwilligers. Sommige zijn hier al ruim 25 jaar.
En de ouders van de kinderen ontmoeten elkaar hier ook. Poolse, Bulgaarse en Afrikaanse vrouwen. Ze brengen soms zelfs elkaars kinderen naar school. Mooi om te zien.’
In de wijk kent iedereen haar als Tante Joke. Kinderen die hier opgroeiden, komen later nog steeds zwaaiend voorbij. ‘Soms roepen ze lachend: “Jij vond mij vroeger niet zo lief!” Dan zwaaien ze nog even’, vertelt Joke lachend.
Toch ziet Joke ook dat de sfeer ’s avonds kan veranderen. Groepjes jongeren nemen dan het park over. ‘Dat schrikt anderen af, bijvoorbeeld Turkse en Marokkaanse vrouwen die hier niet meer durven zitten. Dat vind ik jammer. Hier hoort iedereen zich welkom te voelen.’
Iedere activiteit legt Joke vast in een fotoboek, en er zijn zelfs vrolijke ‘Hopjes-poppetjes’ ontworpen: sportende en spelende kinderen die het park tot leven brengen. Één herinnering is haar extra dierbaar: ‘Een Bulgaarse jongen stak ooit bloemetjes in mijn haar. Die bloemen hangen nu gedroogd thuis aan de muur.’
Met twinkelende ogen kijkt Joke het park in. ‘Ik heb hier generaties zien opgroeien. En zolang ik hier ben, blijf ik dat doen.’