Den Haag is een stad van contrasten. We hebben het veen en we hebben het zand. We hebben groen en we hebben geel. We hebben Hagenaars en Hagenezen. En in die mooie stad achter de duinen wonen meer dan 200 verschillende nationaliteiten. We kunnen dus onmogelijk allemaal hetzelfde zijn. Maar we hebben ongetwijfeld ook overeenkomsten en er is in onze stad altijd ruimte voor een goed gesprek. Juist die diversiteit is onze kracht. In de rubriek Verrassende ontmoetingen kun je kennismaken met twee inwoners van de stad die misschien van elkaar verschillen, maar in sommige opzichten ook hetzelfde zijn. Sowieso hebben zij 1 ding gemeen: hun liefde voor Den Haag. Wie is daar nou niet trots op?
Maak in deze eerste Verrassende ontmoetingen kennis met Sinan die zijn kleding op de Haagse markt verkoopt en Lisette die met haar parels op Le Marie Marché staat. Twee Haagse markten en mensen die onze stad kleur geven.
Het is een regenachtige dag. Op de Haagse markt tegenover het marktgebouw staat Sinan uit het Wateringse Veld met zijn kledingwinkel Disino. Hij verkoopt er trendy damesfashion en hij timmert flink aan de weg. Behalve zijn winkeltje op de Haagse markt, heeft hij ook een goedlopende webshop. En ook op de markt doet hij het goed. De regen komt dan wel met bakken uit de hemel; het is nooit té slecht weer om te shoppen bij Disino.
Sinan is opgegroeid op de Haagse markt. Zijn ouders staan al ruim 20 jaar op de markt met hun kinderkleding. ‘Na mijn studie architectuur aan de Haagse Hogeschool en in Delft ging ik aan de slag als bouwkundig ontwerper. Maar, de markt zit in mij, diep in mijn hart wist ik dat ik daar hoor, dat verkopen in mijn bloed zit. En nu sta ik, alweer 8 jaar, met de nieuwste mode op de Haagse markt. Ik heb zelfs mijn eigen lijn ‘Disino’ en de verkoop van mijn ontwerp stretch spijkerbroek gaat heel hard.’
Lisette uit het Statenkwartier is een van de vaste deelnemers bij Le Marie Marché. Ze runt haar bedrijf Nana Pearl en verkoopt haar eigen gemaakte sierraden met parels en edelstenen. Lisette kijkt altijd erg uit naar de markt. ‘Het is een feest om hier te mogen staan. Moet je dat uitzicht zien, zo op de Hofvijver. Het is inmiddels mijn zevende jaar hier. Elf jaar geleden heb ik van mijn hobby mijn werk gemaakt. Ik had Bouwtechnologie gestudeerd in Delft, maar ik merkte al snel dat ik veel meer voldoening haalde uit het maken van sierraden.
Ik kon een eigen atelier krijgen en de vraag naar mijn sierraden werd steeds groter. Ik verkocht vaak via huisfeestjes, mijn webshop en museumwinkels, onder andere mijn pareloorbellen bij het Mauritshuis. Ik ben op zoek gegaan naar andere afzetmarkten. Toen ontdekte ik Le Marie Marché, waar kleine ondernemers hun eigengemaakte producten kunnen promoten en verkopen. Dat past wel bij mij, dacht ik, en de parel past goed bij Den Haag. Dus daar sta ik dan. Op Le Marie Marché, waar ruimte is voor oude ambacht en vakmanschap, maar ook trends.’
Als er ook iemand goed op de hoogte is van de nieuwste trends, dan is het Sinan wel. Hij volgt de Instagram accounts van beroemde influencers uit Amerika en Engeland, maar zelf heeft hij er ook een neus voor. ‘Twee per week koop ik nieuwe mode in. Ik haal mijn mode uit Turkije, Parijs en Italië. Mijn kraam op de markt, of eigenlijk noemen we het tegenwoordig een unit, is mijn outlet geworden. Via mijn webshop verkoop ik mijn nieuwste collecties. Dat begon allemaal tijdens de Corona-periode. Ik had al een webshop en die kwam heel goed van pas toen de Haagse markt dicht moest en we niks meer konden verkopen. Ik maakte filmpjes en plaatste die op Insta en Facebook en de bestellingen stroomden binnen. En dat is alleen maar meer geworden in de afgelopen jaren.’
Ook al gaan de online zaken erg goed, Sinan zou zijn winkeltje op de Haagse markt nooit willen missen. ‘De Haagse markt is net een kleine stad, iedereen kent elkaar hier. Ik voel me hier thuis. Ik heb veel vaste klanten en het persoonlijke contact met de klanten is gewoon heel fijn. En niks is leuker als je klanten blij zijn met hun aankoop en de volgende keer weer bij je terugkomen. De Haagse markt is echt een begrip. Maar wel een beetje ondergewaardeerd. Het is de grootste markt van Nederland en zelfs van Europa en daar mogen we best trots op zijn. Niet alleen mensen uit Den Haag komen naar de markt, ook mensen van buiten de stad. Je kan er echt alles krijgen wat je nodig hebt. Als de markt in Barcelona of Londen zou zijn, zou je echt iedereen erover horen. Ik vind dat deze markt in Transvaal, waarin 500 ondernemers hun ziel en zaligheid leggen, best wel eens wat positiever belicht mag worden.’
Zo houdt Lisette ook van Le Marie Marché. Inmiddels is ook deze markt niet meer weg te denken uit de stad, maar is die niet persé verzekerd van een regulier bestaan. Daar hopen Marie en Lisette natuurlijk wel op. Lisette heeft ook veel vaste klanten, die komen langs op Le Marie Marché. Soms bestellen ze al van tevoren hun oorbellen, colliers, ringen of armbanden en dan zorgt Lisette ervoor dat de bestelling klaar ligt. Voor alle sierraden die ze maakt, haalt ze per jaar wel 20 kilo parels uit China en Thailand. Maar parels, zijn die niet heel duur? Lisette lacht: ‘Ja, de zoutwaterparels wel ja. In één oester zit een zoutwaterparel. Ik gebruik de zoetwaterparels. Dit zijn parels die met ongeveer 20 in een mosselschelp groeien. Die zijn een stuk goedkoper, maar wel echt. Niet iedereen ziet dat. Weet dat. Het zijn echte parels en echte stenen waarmee ik werk. En daarmee pas ik ook echt op Le Marie Marché.’
Lisette kwam al met haar moeder op de Haagse markt toen ze nog in de kinderwagen zat. ‘Ik ben er half opgegroeid, zou je bijna kunnen zeggen. Nu nog steeds kom ik er wekelijks voor groenten en vis en je kunt hier ook leuke kleren krijgen. Ik zou best op de Haagse markt kunnen staan, alleen denk ik niet dat ik helemaal binnen het segment pas. Je hebt hier ook oorbelletjes voor 1 of 2 euro, daar kan ik niet tegenop. Maar ik ben nu eenmaal een marktenmens: ik zou best wel een dagje met Sinan willen ruilen hoor, waarom niet!’
Sinan staat vier dagen per week op de Haagse markt. Er zijn ook markten in Den Haag, zoals Le Marie Marché, die minder frequent plaats vinden. Zou dat wat voor Sinan zijn? ‘Er gaat niets boven de Haagse markt, maar ik zou het wel eens willen proberen. Ik vind dit een hele gezellige markt. Misschien een iets ander publiek, maar er hangt een leuke sfeer. Zoals de markt ooit begonnen is. En ze hebben zelfs nog ouderwetse kramen. Die hebben wij niet meer op de Haagse markt. Ik zou wel flink uitpakken hoor, want ik heb zoveel moois te koop!’