Den Haag is een stad van contrasten. We hebben het veen en we hebben het zand. We hebben groen en we hebben geel. We hebben Hagenaars en Hagenezen. En in die mooie stad achter de duinen wonen meer dan 200 verschillende nationaliteiten. Natuurlijk zijn we niet allemaal hetzelfde. Maar we hebben ongetwijfeld overeenkomsten en in onze stad is er altijd ruimte voor een goed gesprek. Juist die diversiteit is onze kracht. In de rubriek Verrassende ontmoetingen kun je kennismaken met twee inwoners van de stad die van elkaar verschillen, maar in sommige opzichten ook hetzelfde zijn. Sowieso hebben zij één ding gemeen: hun liefde voor Den Haag. Wie is daar nou niet trots op?
Maak in deze Verrassende ontmoetingen kennis met Matthijs den Heijer uit Scheveningen. Matthijs zit in de vis; samen met zijn vader en broer runt hij de Visgroothandel W.G. den Heijer & Zn. Marianne Edixhoven is dagelijks te vinden in de StadsOase Spinozahof. Zij is de initiatiefnemer van deze mooie, groene plek in de Stationsbuurt waar de hele wijk van kan genieten.
In huize Den Heijer gaat de wekker iedere ochtend om 4 uur. Een hele gangbare tijd om op te staan als je bij een visgroothandel werkt. Rond 5 uur begint de werkdag van Matthijs. Hij houdt zich bezig met de in – en verkoop bij het bedrijf en zit dus al vroeg bij de visafslag voor de beste vis. Maar het familiebedrijf doet niet alleen zaken bij de afslag op Scheveningen. Matthijs haalt vis bij wel 12 verschillende visafslagen en importeert vis van over de hele wereld.
Dynamisch is het zeker. Het familiebedrijf importeert zalm, dorade en zeebaars uit Griekenland, tonijn uit Sri Lanka en coquilles uit Amerika en is al jaren gespecialiseerd in een stukje diepvriesinkoop van subtropische kweekgarnalen uit India en inktvis uit China. ‘Onze klant bepaalt ons assortiment en die vis halen we dus voornamelijk uit het buitenland. Een klein deel van onze omzet komt van de Noordzeevis.’ In de afgelopen jaren is er in de regelgeving ontzettend veel veranderd. Met name het verbod op pulsvisserij in de Europese wateren heeft veel Scheveningse vissers de kop gekost. Vooral voor de kleine familiebedrijven met 1 of 2 kotters werd het uitvaren te duur. Zeker de helft van de Noordzeevisserij is gesaneerd. ‘Dat doet pijn’, aldus Matthijs. ‘Ook al is het niet ons grootste product, we werken al wel een eeuwigheid met deze families samen. Dus dat doet je echt iets. Daarnaast is er niets zo duurzaam en vers als een vis die hier 50 km verderop in de zee wordt gevangen. Als de Noordzeevis een etiket zou hebben, dan staan daar maar drie letters op, namelijk VIS. Terwijl een gekweekte vis die vanuit Vietnam op een containerschip naar Europa, via een vrachtwagen in Nederland aankomt met een ‘duurzaamheidslabel’ in de supermarkt ligt. Ondertussen zijn er wel allerlei geur- en smaakstoffen aan toegevoegd om de vis er beter uit te laten zien. Dat is wrang, toch?’
Als er iemand is die duurzaamheid ook een warm hart toe draagt, is het Marianne. Met de StadsOase Spinozahof, midden in de Stationsbuurt, wil zij dat dit deel van de stad de meest duurzame, gezondste en plezierigste buurt wordt om in te wonen. Zodra je de StadsOase binnenstapt, kom je in een groene wereld terecht. De tuin, die vol staat met bomen, kruidenplanten en bloemen, is een geliefde plek van veel mensen uit de buurt. En van Marianne natuurlijk. Hopelijk kan de StadsOase in deze dichtbebouwde, multiculturele stadswijk een voorbeeld zijn voor andere wijken.
‘De StadsOase is hier niet meer weg te denken’, zegt Marianne die 11 jaar geleden op het idee kwam om van dit braakliggend terrein deze mooie buurttuin te maken. ‘Mensen komen hier om te genieten van het groen, samen te tuinieren, we hebben hier taallessen en kooksessies. Je kunt hier heerlijk in de buitenlucht bezig zijn, met je handen in de aarde; het is echt een plek waar je even kunt onthaasten en jezelf kunt herontdekken. En die behoefte is er ook echt in het stadsleven. De behoefte om duurzaam bezig te zijn, je eigen groenten te verbouwen, dichter bij de natuur te staan.’ Dat is wat Marianne ook wil voor de buurt.
Marianne groeide op op het platteland in Limburg en na haar studie sociale antropologie werkte ze in de ontwikkelingssamenwerking in West-Afrika. Ze reisde over de wereld, maar voelde in Nederland haar kennis het best te kunnen inzetten. In de grote stad, in Den Haag. Als trainer in het culturele werk miste ze op een gegeven ogenblik de connectie tussen lichaam en geest en wilde ze er iets fysieks naast doen. Ze startte met kanoverhuur Den Haag. Maar Den Haag kun je niet vergelijken met steden als Delft, Leiden en Utrecht. Die steden zijn trots op hun water. De kades in Den Haag mochten wel wat groener. Toen ben ik, samen met een moeder van het schoolplein destijds, gestart met een project om bewoners te vragen of ze pompoenplanten wilden kweken bij boomspiegels langs de grachten. Dat werd een succes en bewoners wilden wel meer planten dan alleen pompoen. Toen viel ons oog op het braakliggend terrein in de Repelaarstraat en van het een kwam het ander en dat werd de StadsOase.’
Marianne is ongelooflijk trots op wat de StadsOase nu is. ‘Er komen hier zoveel culturen samen, dat is typisch Den Haag. Het is mooi dat mensen elkaar hier ontmoeten en kennis uitwisselen. Dat is zo bijzonder. Wat bijvoorbeeld voor de een onkruid is, is voor de ander spinazie. We leren van elkaar. Het laat ook ons ook nadenken over ons voedselsysteem en hoe we dat waarderen. Dat wat Matthijs met de vis uit de Noordzee heeft, hebben wij met bijvoorbeeld tomaten die we zelf verbouwen. Mooi en lekker, maar daar ga je geen hele Schilderwijk mee kunnen voeden. Ik snap wel dat boeren en tuinders klagen, je zou ons voedselsysteem moeten herwaarderen, als we echt iets willen veranderen.’
Een duurzame wereld begint voor een deel bij jezelf en dat is wat Matthijs ook zoveel mogelijk probeert te doen binnen het familiebedrijf. ‘Zo hebben wij geen afval. Visresten, zoals visvellen en visgraten worden opgehaald door een bedrijf die hier via een gistingsproces energie van maakt. We hebben een pers gekocht die ons piepschuimafval tot een cube kan persen. We hebben zonnepanelen en hopelijk kunnen onze vrachtwagens ooit zero emissie gaan rijden. En zo probeer ik het bedrijf gezond te houden, werkgelegenheid te bieden aan de 35 man die we in dienst hebben en de cultuur en dromen van mijn voorouders voort te zetten. Wij zijn stuk voor stuk Scheveningers en één familie. Daar zijn wij trots op!’, aldus Martijn.
Marianne herkent dat familiegevoel. ‘Wij hebben ook vissen bij de StadsOase. Maar niet voor consumptie natuurlijk. De kinderen uit de buurt geven de vissen eten en daardoor leren ze hoe het is om voor een dier te zorgen. Veel kinderen in deze buurt hebben geen huisdieren thuis. Of wonen in een eenoudergezin zonder broers of zussen. Door samen voor deze dieren te zorgen, ontstaat er een familiegevoel. En dat in onze StadsOase, in de Stationsbuurt. Dat is nou stadstrots!’